Opleidingen in het Nederlandse hoger onderwijs kunnen zich profileren door het aanvragen van een bijzonder kenmerk. Een panel van deskundigen beoordeelt het bijzondere kenmerk zelfstandig of bij de beoordeling van een bestaande of nieuwe opleiding. Vervolgens neemt de NVAO een besluit over het al dan niet toekennen van het kenmerk.
De beoordeling van bijzondere kenmerken op opleidingsniveau is opgenomen in het accreditatiestelsel, omdat deze kunnen bijdragen aan de nationale en internationale profilering van opleidingen in het hoger onderwijs. Bijzondere kenmerken bieden opleidingen de mogelijkheid zich te profileren op aspecten die niet direct gerelateerd zijn aan het niveau van de opleiding, maar bijvoorbeeld te maken hebben met de oriëntatie, specifieke doelstellingen of met het residentiële karakter.
Specifieke bijzondere kenmerken kunnen worden toegekend voor:
Dit zijn bestaande bijzondere kenmerken waarvoor de opleiding niet eerst een verzoek hoeft te doen aan de NVAO of het bijzondere kenmerk binnen de competenties van de NVAO valt (ontvankelijkheid).
Voor de beoordeling van deze kenmerken zijn specifieke kaders opgesteld door de NVAO (BKKI, ondernemen) of externe partijen (internationalisering, duurzaam hoger onderwijs). Bij het bijzonder kenmerk duurzaam hoger onderwijs kiest de opleiding bij voorkeur voor het SHE beoordelingskader, indien dat niet gewenst is maakt zij gebruikt van het algemene NVAO kader (Nadere uitwerking Bijzondere kenmerken).
Daarnaast kunnen opleidingen een ander bijzonder kenmerk aanvragen. Opleidingen vragen de NVAO eerst of het bijzondere kenmerk binnen de competenties van de NVAO valt (ontvankelijkheid). Indien de NVAO instemt hanteert het panel bij de beoordeling de Nadere uitwerking Bijzondere kenmerken van de NVAO.
Een panel van onafhankelijke deskundigen beoordeelt het bijzonder kenmerk bij de reguliere beoordeling van een bestaande of nieuwe opleiding of op een ander moment. Wanneer de NVAO positief besluit over de toekenning van een bijzonder kenmerk, wordt het kenmerk opgenomen in het accreditatiebesluit. Wanneer de opleiding het kenmerk wil behouden, wordt het bijzondere kenmerk opnieuw beoordeeld bij de eerstvolgende visitatie.
In 2024 bedragen de kosten voor verlengen van een bijzonder kenmerk 1.000 euro. De kosten voor een separate beoordeling van een bijzonder kenmerk zijn beschreven op de desbetreffende webpagina's.
Ja, dat kan. De beoordelingsprocedure van een bijzonder kenmerk kan gecombineerd worden met een toets nieuwe opleiding of een visitatie. Het is ook mogelijk het bijzonder kenmerk apart te laten beoordelen; hieraan zijn extra kosten verbonden.
Voor de beoordeling van een bijzonder kenmerk is het niet van belang of een instelling beschikt over een positieve ITK of niet. Het panel hanteert de criteria en richtlijnen die gelden voor het specifieke bijzondere kenmerk dat de opleiding wil aanvragen.
De NVAO kent vier specifieke bijzondere kenmerken, namelijk kleinschalig en intensief onderwijs (BKKI), ondernemen, internationalisering (CeQulnt), en duurzaam hoger onderwijs . Deze kenmerken hebben hun eigen kaders en procedures. Daarnaast kunnen opleidingen een eigen bijzonder kenmerk aandragen. In dat geval hanteert het panel bij de beoordeling de Nadere uitwerking Bijzondere kenmerken van de NVAO.
Opleidingen kunnen een aanvraag voor een bijzonder kenmerk indienen op een wijze die vergelijkbaar is met de aanvraag voor accreditatie van een bestaande opleiding. Het kenmerk wordt bij voorkeur beoordeeld als onderdeel van het reguliere accreditatieproces.
Een aanvraag kan worden ingestuurd via het onderstaande aanvraagformulier. Het is van belang om de volgende documenten, met een totale bestandsgrootte van maximaal 200 Mb, mee te sturen:
Het is niet nodig om het aanvraagdossier hard copy aan te leveren.
Let op: zorg ervoor dat de bestandsnamen kort en begrijpelijk zijn, langere bestandsnamen van documenten vertragen de registratie van de aanvraag.
Sinds 1 april 2024 hanteert de NVAO een nieuw accreditatiekader voor het Nederlandse hoger onderwijs, en op dezelfde datum zijn de bijbehorende Uitvoeringsregels in werking getreden. Deze Uitvoeringsregels worden jaarlijks op 1 september geactualiseerd. In de afgelopen periode heeft de NVAO de voorgenomen wijzigingen besproken met vertegenwoordigers van evaluatiebureaus, secretarissen, onderwijsinstellingen en studentenbonden. De wijzigingen omvatten diverse tekstuele verbeteringen en procedurele aanpassingen. Enkele belangrijke inhoudelijke wijzigingen zijn:
Lees meerMet ingang van 1 april 2024 gaat de NVAO het nieuwe accreditatiekader (kader) hanteren. Dit kader bevat de standaarden en beslisregels voor de beoordeling en accreditatie van nieuwe en bestaande opleidingen in het hoger onderwijs, de instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) en de verzwaarde toets nieuwe opleiding. Die laatste beoordeling maakt deel uit van de procedure waarmee organisaties erkenning kunnen aanvragen als rechtspersoon voor hoger onderwijs. Het kader bevat ook de criteria voor het bijzonder kenmerk kleinschalig en intensief onderwijs en de regels voor de indeling van opleidingen in het visitatierooster.
Lees meer
Het is mogelijk om bezwaar/beroep in te dienen tegen een besluit van de NVAO. Enkel belanghebbenden kunnen dit proces starten.