ABRvS
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
In onze begrippenlijst kunt u een beknopte uitleg van de veelvoorkomende begrippen op onze website terug vinden.
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
In Vlaanderen de periode van één jaar die ten vroegste op 1 september en uiterlijk op 1 oktober begint en eindigt op de dag voor het begin van het volgende academiejaar. De precieze aanvangsdatum wordt bepaald door het bestuur van de betrokken hogeschool of universiteit. Van de vaste duur van één jaar kan uitzonderlijk afgeweken worden indien het instellingsbestuur beslist de start van het academiejaar ofwel te vervroegen ofwel te verlaten.
Bacheloropleidingen, georganiseerd door universiteiten of hogescholen, die studenten brengen tot een niveau van kennis en competenties eigen aan het wetenschappelijk of artistiek functioneren in het algemeen en aan een specifiek domein van de wetenschappen of de kunsten in het bijzonder. Deze opleidingen hebben als hoofddoelstelling: het doorstromen naar een masteropleiding en als aanvullende doelstelling het uitstromen naar de arbeidsmarkt.
Hogeronderwijsopleidingen die gericht zijn op de algemene vorming en op de verwerving van academische of artistieke kennis en competenties eigen aan het functioneren in een domein van de wetenschappen of van de kunsten. Academisch gerichte opleidingen zijn op wetenschappelijk onderzoek gebaseerd. In het academisch onderwijs worden de volgende opleidingen aangeboden : a. aan universiteiten en hogescholen: de academisch gerichte bacheloropleidingen en masteropleidingen; b. aan universiteiten: de voorbereiding van een doctoraatsproefschrift.
Het proces waarbij hogeschoolopleidingen van twee cycli (voorheen hoger onderwijs van het lange type) na hun omvorming en inbedding in de bachelor-masterstructuur, dermate worden ondersteund door wetenschappelijk onderzoek, dat zij (ten laatste op het einde van het academiejaar 2012-2013) voldoende uitgerust zijn om hun studenten te brengen tot de competenties, eigen aan het academisch onderwijs.
Accreditatie is het keurmerk dat aangeeft dat de kwaliteit van de opleiding door het accreditatieorgaan positief is beoordeeld.
Een besluit van het accreditatieorgaan : a. waarin wordt aangegeven of een bestaande opleiding aangeboden door een hogeronderwijsinstelling voldoende generieke kwaliteitswaarborgen in zich draagt, of b. waarin wordt aangegeven of een buitenlandse accreditatie als equivalent wordt erkend.
De term die de wetgeving verwijst naar het orgaan dat bij internationaal verdrag is aangewezen om accreditaties te verlenen en de toets nieuwe opleiding uit te voeren, i.c. de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO).
Met de komst van de bachelor-masterstructuur in 2002 is ook een stelsel ingevoerd voor accreditatie van bestaande en nieuwe hogeronderwijsopleidingen in Nederland en Vlaanderen. In Nederland is in 2011 een nieuw accreditatiestelsel van start gegaan.
Adviescommissie Onderwijsaanbod, keurde eerder nieuwe opleidingen op doelmatigheid voor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De doelmatigheidstoetsing gebeurt nu door de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs.
Onderwijs dat onder meer met behulp van multimedia wordt verstrekt, waardoor de student niet aan een bepaalde locatie is gebonden.
Een differentiatie in een (geaccrediteerd) opleidingsprogramma met een studieomvang van ten minste dertig studiepunten.
Universiteiten en hogescholen kunnen een nieuwe opleiding starten wanneer deze door de NVAO is geaccrediteerd en door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Onderwijs doelmatig wordt gevonden. Soms is de nieuwe opleiding een variant op of specialisatie van een bestaande geaccrediteerde afstudeerrichting. Dit zijn volledige opleidingen, waarbij de inhoud echter voor een groot gedeelte gelijk is aan die van de "hoofdrichting". Wanneer de nieuwe afstudeervariant weinig afwijkt van de "hoofdrichting", behoeft deze niet tussentijds te worden geaccrediteerd. Accreditatie moet wel plaatsvinden wanneer de afstudeervariant niet het karakter heeft behouden van de "hoofdrichting": er is dan sprake van een nieuwe opleiding. De NVAO beoordeelt tijdens iedere accreditatie-procedure of de "hoofdrichting" en de op dat moment bekend zijnde afstudeervarianten kwalitatief aan de maat zijn. Studenten die een afstudeervariant volgen, krijgen de bachelor- of mastergraad van de "hoofdrichting", met de aantekening op het diploma dat de desbetreffende afstudeervariant/specialisatie is gevolgd. Instellingen dienen in hun communicatie over afstudeervarianten of specialisaties duidelijk te vermelden onder welke geaccrediteerde "hoofdrichting" de opleiding valt en welke graad de student krijgt na het succesvol afronden van de studie.
Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen.
Hogescholen, universiteiten, instellingen voor postinitieel onderwijs en de erkende faculteiten der protestantse godgeleerdheid. Deze instellingen zijn van rechtswege gemachtigd opleidingen aan te bieden die leiden tot een erkende graad, voor zover zij daarbij voldoen aan de bepalingen inzake accreditatie en de toets nieuwe opleiding.
Algemene Maatregel van Bestuur, een besluit van de regering waarin de wettelijke regels nader zijn uitgewerkt.
Een vereniging zonder winstoogmerk die bestaat uit enerzijds één rechtspersoon verantwoordelijk voor één universiteit die zowel bachelor- als masteropleidingen kan aanbieden, en anderzijds ten minste één rechtspersoon verantwoordelijk voor een hogeschool. De universiteit of hogescho(o)l(en) kunnen bevoegdheden aan de associatie opdragen. Zij dragen ten minste bevoegdheden over inzake een aantal aangelegenheden, opgesomd in artikel 101 van het structuurdecreet. De associatie is belast met de opmaak van een algemeen onderzoeks- en samenwerkingsreglement.
Algemene wet bestuursrecht. Artikel 107, tweede lid, van de Grondwet bepaalt dat de wet algemene regels van bestuursrecht vaststelt. Deze algemene regels van bestuursrecht zijn opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Awb kent een vier doelstellingen: 1. het bevorderen van eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving; 2. het systematiseren en, waar mogelijk, vereenvoudigen van de bestuursrechtelijke wetgeving; 3. het codificeren van ontwikkelingen die zich in de bestuursrechtelijke jurisprudentie hebben afgetekend; 4. het treffen van voorzieningen ten aanzien van onderwerpen die zich naar hun aard niet voor regeling in een bijzondere wet lenen.
Adviesraad voor het Wetenschap- en Technologiebeleid. De raad adviseert de regering en het parlement over kennis- en innovatiebeleid. De adviezen gaan over de hoofdlijnen van beleid en richten zich op de middellange tot lange termijn.
De bachelor-masterstructuur (bama) is per 1 september 2002 ingevoerd om de opleidingen in het hoger onderwijs in Europa beter vergelijkbaar te maken. In Nederland zijn de opleidingen in het hoger beroepsonderwijs (hbo) omgezet in bacheloropleidingen. De opleidingen in het universitair onderwijs zijn omgezet in bachelor- en masteropleidingen. In 2002 is tevens het accreditatiestelsel ingevoerd.
Een bacheloropleiding die openstaat voor personen die al in het bezit zijn van een diploma van een andere bacheloropleiding.
Een opleiding in het academisch onderwijs of in het hoger professioneel onderwijs, die aansluit bij het secundair onderwijs en waarvan de studieomvang ten minste 180 studiepunten bedraagt.
De bachelor-masterstructuur (bama) is per 1 september 2002 ingevoerd om de opleidingen in het hoger onderwijs in Europa beter vergelijkbaar te maken. In Nederland zijn de opleidingen in het hoger beroepsonderwijs (hbo) omgezet in bacheloropleidingen. De opleidingen in het universitair onderwijs zijn omgezet in bachelor- en masteropleidingen. In 2002 is tevens het accreditatiestelsel ingevoerd.
Bekostigde hogeronderwijsinstellingen worden door de overheid gefinancierd. De bekostigde instellingen - openbare en bijzondere universiteiten en openbare en bijzondere hogescholen - zijn opgenomen in een bijlage behorende bij de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).
Volgens artikel 10, eerste lid van het Accreditatieverdrag: het kader ontwikkeld door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) ten behoeve van de accreditatie van opleidingen van hogeronderwijsinstellingen en bestaande uit onderwerpen, facetten en criteria. Het beoordelingskader is opgesteld door het accreditatieorgaan voor de accreditatie van bestaande opleidingen in het hoger onderwijs.
Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs
Certificate for the Quality of Internationalisation.
Centrale Financiën Instellingen (Cfi) te Zoetermeer is een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Commissie Doelmatigheid MBO.
Het onderwijs dat verzorgd wordt in een rechtstreeks contact tussen de onderwijsverstrekker en de student en op grond daarvan gebonden is aan een bepaalde plaats van onderwijsverstrekking.
Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO).
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is een agentschap van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en geen zelfstandig bestuursorgaan (zbo). DUO voert in opdracht van de minister van OCW diverse onderwijswetten en -regelingen uit. De kerntaken van DUO omvatten: bekostiging van onderwijsinstellingen, verstrekken van studiefinanciering en tegemoetkoming schoolkosten, innen van lesgelden en studieschulden, erkennen van diploma's en beheren van het diplomaregister, organiseren van examens, verzamelen en beheren van onderwijsgegevens, verrijken van onderwijsgegevens tot informatieproducten, fungeren als Nationaal Europass Centrum Nederland en het beheren van het Register Instellingen en Opleidingen (RIO).
Een door de overheid erkend studiebewijs uitgereikt door het bestuur van een onderwijsinstelling aan de student die het hoger onderwijs met goed gevolg heeft voltooid.
De Dutch Validation Council (DVC) was onder meer een initiatief van de HBO-raad en VNO-NCW en heeft zich sinds 1997 vooral gericht op het accrediteren van postinitiële masteropleidingen. De door DVC geaccrediteerde opleidingen konden na de start van het bachelor-masterstelsel in 2002 voor 26 september 2003 bij de NVAO een aanvraag indienen om in aanmerking te komen voor de wettelijk erkende accreditatie door de NVAO. Wanneer werd voldaan aan de formele voorwaarden, zoals vastgelegd in de in juni 2003 vastgestelde overgangsregeling DVC, heeft de NVAO de DVC-accreditaties overgenomen. DVC bestaat niet meer zelfstandig en is samengegaan met de Netherlands Quality Agency (NQA).
European Consortium for Accreditation in higher education.
De studielast van iedere opleiding en iedere onderwijseenheid wordt door het instellingsbestuur uitgedrukt in studiepunten. Bij de start van het bachelor-masterstelsel in 2002 is het nieuwe studiepuntensysteem European Credit Transfer System (ECTS) ingevoerd. In dit systeem kent een: - studiejaar 60 ECTS (is gelijk aan 1680 uren studie (WHW, artikel 7.4, eerste lid); - voltijdse vierjarige hbo-bachelor: 240 ECTS; - driejarige wo-bachelor-opleiding: 180 ECTS; - tweejarig Associate-degreeprogramma (Ad-programma): 120 ECTS; - masteropleiding: 60 ECTS.
Eindtermen zijn minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die de overheid noodzakelijk en bereikbaar acht voor een bepaalde leerlingenpopulatie. Scholen moeten deze eindtermen realiseren.
European Network for Quality Assurance in Higher Education.
Expertise- en dienstencentrum voor internationalisering in het Nederlandse onderwijs. EP-Nuffic is de Nederlandse unit binnen het NARIC-netwerk.
European Quality Assurance Register.
De NVAO heeft voor Vlaamse hogeronderwijsopleidingen de bevoegdheid om internationale accreditaties als equivalent te erkennen op basis van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen. De NVAO heeft haar voorwaarden voor het erkennen van de equivalentie van internationale accreditaties vastgelegd als onderdeel van het accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen en maakt hier sinds januari 2006 gebruik van.
Erasmus Belgica is een samenwerkingsproject tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap van België om de mobiliteit te bevorderen van de studenten hoger onderwijs tussen de Gemeenschappen van België. Het biedt aan universiteitsstudenten of hogeschoolstudenten de mogelijkheid om een gedeelte van hun opleiding aan een universiteit of een hogeschool in een andere Gemeenschap door te brengen. Studenten krijgen de kans om via hun studie zich effectief te integreren in de taal en de cultuur van een andere Gemeenschap van België. Het biedt de mogelijkheid zich te leren aanpassen aan een andere omgeving en een andere mentaliteit. De eerste uitwisselingen zijn gestart vanaf het academiejaar 2004-2005.
Een programma om de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip te verhogen door middel van samenwerking met derde landen, uitgaande van de Europese Unie en op 5 december 2003 goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad. Het initiatief beoogt het hoger onderwijs in Europa aantrekkelijker te maken voor buitenlandse studenten, zoals bepaald in de Bolognaverklaring. De juridische basis voor het initiatief haalt de EU uit artikel 149, lid 3 van het Verdrag, dat bepaalt dat de Gemeenschap en de lidstaten de samenwerking met derde landen dienen te bevorderen.
Een door de Vlaamse regering samengestelde commissie die als opdracht heeft: 1. een oordeel uit te brengen of advies te verlenen: a. op vraag van het bestuur van een instelling voor hoger onderwijs over de macrodoelmatigheid van nieuwe opleidingen; b. op vraag van de Vlaamse regering over een tijdelijke erkenning op de aanvraag; c. op vraag van de Vlaamse regering over voorgenomen omvormingen; 2. de bekrachtiging van de samenstelling van de visitatiecommissies die opleidingen visiteren aan ambtshalve geregistreerde instellingen; 3. de uitvoering van de indicatieve voortgangstoets.
European Standards and Guidelines.
Evaluatie Bestuurlijke Hantering (EBH) is de evaluatie die wordt uitgevoerd om na te gaan of een instelling adequaat heeft gereageerd op de uitkomsten van een visitatie van één van haar opleidingen. De EBH is voorgeschreven in de bestuurlijke regeling van december 1998 en vindt circa 2 jaar na het uitkomen van een visitatierapport plaats. Tot voor kort werd deze evaluatie uitgevoerd door de inspectie. Nu heeft de NVAO deze taak overgenomen. De EBH vindt plaats op basis van een analyse van een door de instelling opgestelde Stand van Zaken notitie, eventueel gevolgd door een hoorzitting. Instellingen kunnen bij de NVAO een gemotiveerd verzoek indienen om de analyse te laten verrichten door een VBI. In beide gevallen beslist de NVAO i.o. of het de uitkomsten van de analyse volgt. Een EBH leidt tot drie mogelijke conclusies: a. de instelling heeft bestuurlijk voldoende adequaat gereageerd, of b. er is nog onvoldoende zekerheid over de bestuurlijke hantering; de instelling krijgt nog enige tijd (bijv. 1 of 2 jaar) om meer zekerheid te verschaffen, of c. de instelling heeft onvoldoende adequaat gereageerd. Er is sprake van Langdurig Ernstige Tekortkomingen (LET).
De Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA). Sinds december 2010 verenigd in de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR)
Instantie die in opdracht van de hogeronderwijsinstelling een externe beoordeling van een bestaande opleiding uitvoert. De NVAO toetst deze externe beoordeling.
"Eerder verworven competenties" zijn het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes verworven door middel van leerprocessen die niet met een studiebewijs zijn bekrachtigd.
Een eerder verworden kwalificatie, zijnde elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet binnen onderwijs, met goed gevolg is doorlopen, voor zover het niet gaat om een creditbewijs dat werd behaald binnen de instelling en opleiding waarbinnen men de kwalificatie wenst te laten gelden.
Het decreet van 30 april 2004 betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en dringende hogeronderwijsmaatregelen.
Stichting van openbaar nut, gericht op het verleggen van de kennisgrenzen in alle wetenschapsgebieden, die het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek aan de Belgische universiteiten en instellingen voor wetenschappelijk onderzoek stimuleert en financiert. Het FWO heeft een confederale structuur, met een Vlaamse en een Franstalige raad van bestuur. De Vlaamse raad van bestuur treedt naar buiten als “FWO-Vlaanderen”.
Het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van: a. het onderwijs ingericht door de universiteiten; b. het onderwijs ingericht door de hogescholen; c. het hoger zeevaartonderwijs; d. het onderwijs georganiseerd door gemeenschapsinstellingen voor bijzondere jeugdbijstand; e. het schriftelijk onderwijs. De Vlaamse Gemeenschap heeft haar onderwijsinrichtende bevoegdheid inzake het gemeenschapsonderwijs opgedragen aan een autonome openbare instelling, “het Gemeenschapsonderwijs” genaamd, die bestuurd word op drie niveaus : de afzonderlijke school, de scholengroep en de Raad van het Gemeenschapsonderwijs op het niveau van de Vlaamse Gemeenschap. Ieder niveau heeft afgebakende bevoegdheden, opgesomd in het bijzonder decreet van 14 juli 1998.
De Vlaamse descriptoren van de kwaliteit van een opleiding, die betrekking hebben op onderwijsinhoud, onderwijsproces, uitkomst van het onderwijs, materiële voorzieningen en methoden die bij de zelfbeoordeling worden gehanteerd en waarvan de voldoende aanwezigheid de studenten bij de voltooiing van de opleiding brengt tot bepaalde decretaal omschreven competenties, afhankelijk van de aard van de opleiding (professioneel gerichte bachelor, academisch gerichte bachelor, master).
Een niet ambtshalve geregistreerde instelling voor hoger onderwijs, die een registratieprocedure bij de Vlaamse regering moet doorlopen vooraleer zij dossiers inzake accreditatie of toets nieuwe opleiding kan indienen (vgl. met de ambtshalve geregistreerde instelling).
Een hogeschool die niet de vorm aanneemt van een Vlaamse autonome hogeschool. De gesubsidieerde hogescholen bestaan uit: - gesubsidieerde vrije hogescholen, die één privaatrechtelijke rechtspersoon aannemen; - gesubsidieerde officiële hogescholen, georganiseerd door een lokaal bestuur, in de praktijk een provincie, of een verzelfstandigd autonoom provinciebedrijf.
Een door de overheid erkend studiebewijs dat door het bestuur van een onderwijsinstelling wordt uitgereikt aan een student die een opleiding heeft doorlopen, maar niet in aanmerking komt voor een diploma. In de praktijk worden de begrippen "getuigschrift" en "diploma" naast en door elkaar gebruikt.
Aanduiding van "associate degree", “bachelor”, “master” of “doctor” verleend aan het einde van een opleiding c.q. na promotie met de uitreiking van een diploma.
Hoger Beroepsonderwijs (hbo), gericht op de overdracht van theoretische kennis en op de ontwikkeling van vaardigheden in nauwe aansluiting op de beroepspraktijk.
Vanaf academiejaar 2019-2020 wordt het hoger beroepsonderwijs, kortweg HBO5, structureel ingebed in het hoger onderwijs in Vlaanderen. Het aanbod van HBO5-opleidingen dat nu in de CVO’s bestaat, krijgt dan een plaats in de hogescholen. Om dit goed voor te bereiden moeten die opleidingen zich omvormen en een ‘toets nieuwe opleiding’ doorlopen bij de NVAO.
Een register van alle Vlaamse bachelor- en masteropleidingen en de opleidingstrajecten die leiden tot een postgraduaatgetuigschrift. Het register vermeldt voor iedere opleiding een aantal voorgeschreven gegevens.
Informatiecentrum Diplomawaardering.
Hoger onderwijs als bedoeld in artikel 7.3a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW): - wo-bachelor- en wo-masteropleidingen; - hbo-bachelor- en hbo-masteropleidingen. De overige masteropleidingen zijn postinitieel.
International Network for Quality Assurance Agencies in HE.
Inspectie van het Onderwijs/Onderwijsinspectie/Inspectie: houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs, rechtmatigheid en doelmatigheid en de naleving van wet- en regelgeving (Wet op het onderwijstoezicht - WOT).
De instellingsreview is de periodieke toetsing van de kwaliteit van het onderwijsbeleid van een universiteit of een hogeschool. Deze toetsing focust op volgende onderdelen: 1) de visie van deze instelling op de kwaliteit van haar onderwijs en het beleid dat daaruit voortvloeit; 2) de implementatie en realisatie van dat beleid met aandacht voor het optimaliseren van de opleidingskwaliteit; 3) de evaluatie en monitoring van de beleidsuitvoering en de uitkomsten van dit beleid en 4) het remediëringsvermogen van de instelling om bij te sturen waar nodig en de realisatie van haar beleidsdoelstellingen te verbeteren. In al deze onderdelen neemt het vormgeven en stimuleren van een kwaliteitscultuur een vooraanstaande positie in.
De eerste ITK-ronde heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het totstandkomen van een kwaliteitszorgsysteem op instellingsniveau en een kwaliteitscultuur op het gebied van onderwijs. In de komende tweede ronde wordt beoordeeld in hoeverre het genoemde kwaliteitszorgsysteem en de daarbij horende werkwijzen robuust zijn en of de kwaliteitscultuur binnen de instellingen duurzaam is. Een positief oordeel over alle standaarden bevestigt dan het vertrouwen in de instelling.
Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), studentenorganisatie.
A recognised degree awarded by higher education institutions that offer the joint programme, attesting the successful completion of this joint programme. It is a single document nationally acknowledged as the recognised award of the joint programme and signed by the competent authorities (rectors, vice-chancellors, ...) of the institutions involved in the joint degree.
A programme offered jointly by different higher education institutions irrespective of the degree (joint, multiple and double) awarded.
De Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) heeft als taken: - advisering op het gebied van de wetenschapsbeoefening; - beoordeling van de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek (peer review); - forum voor de wetenschappelijke wereld en bevordering van internationale samenwerking; - koepelorganisatie voor wetenschappelijke onderzoeksinstituten.
Een getuigschrift of diploma uitgereikt na het met goed gevolg voltooien van een formeel opleidings- of scholingstraject. Kwalificatie van een graad: toevoeging die verwijst naar de voltooide opleiding of naar een vakgebied (doctor).
Langdurig ernstige tekortkomingen (LET) zijn ernstige tekortkomingen die circa twee jaar na constatering nog steeds niet zijn opgeheven of waarover onvoldoende vertrouwen bestaat dat ze binnen afzienbare tijd zullen worden opgeheven.
Landelijke Studenten Vakbond (LSVb), studentenorganisatie.
Doelmatigheidstoets, doorgevoerd door de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (Nederland) en de Erkenningscommissie (Vlaanderen) over de macrodoelmatigheid van een nieuwe opleiding. De doelmatigheid wordt bekeken in het licht van onder meer de differentiatie van de voorgestelde opleidingen tegenover andere opleidingen, de behoeften in de arbeidsmarkt, de mogelijke aantrekking van studenten, de inpassing van de opleiding in het bevoegdheids- en deskundigheidsprofiel van de instelling, enzovoorts. Een instelling moet over een positief doelmatigheidsbesluit beschikken voordat een toets nieuwe opleiding bij de NVAO kan worden aangevraagd.
Model waarbij men in de bacheloropleiding naast een reeks hoofdvakken (de major) een reeks bijvakken volgt in een andere studie of studiegebied (de minor).
Master-na-masteropleiding (manama): masteropleiding die openstaat voor personen die al in het bezit zijn van een diploma van een masteropleiding.
Een opleiding die studenten tot een gevorderd kennis- en competentieniveau brengt van wetenschappelijk of artistiek functioneren in het algemeen en aan een specifiek domein van de wetenschappen of de kunsten in het bijzonder, dat noodzakelijk is voor de autonome beoefening van de wetenschappen of de kunsten of voor de aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis in de zelfstandige uitoefening van een beroep of groep van beroepen. Een masteropleiding wordt aangeboden door een hogeschool of een universiteit. Masteropleidingen in het hbo hebben een beroepsgerichte oriëntatie. Sommige maatschappelijk relevante hbo-masters komen in aanmerking voor bekostiging en studiefinanciering. De overheid bekostigt in ieder geval de voortgezette hbo-opleidingen die naar masteropleidingen worden omgezet (bijvoorbeeld de voortgezette kunstopleidingen). Wo-masters zijn wetenschappelijk georiënteerd.
Beoordeling of het visitatierapport van een zodanige kwaliteit is dat het oordeel over de kwaliteit van de opleiding op het rapport kan worden gebaseerd. Beoordeeld wordt of het rapport voldoet aan methodologische eisen (adequaat referentiekader) en functionele eisen (de verbeter- en verantwoordingsfunctie).
National Academic (and Professional) Recognition and Information Centre (NARIC). NARIC-Vlaanderen is de Vlaamse unit binnen het NARIC-netwerk van de Europese Economische Ruimte. De Europese Commissie ontwikkelde dit netwerk in 1984 onder de ERASMUS-vlag, nu SOCRATES. NARIC-Vlaanderen verschaft informatie over: a. de toegang tot het hoger onderwijs in Vlaanderen en ook in het buitenland; b. de Vlaamse en buitenlandse onderwijsstelsels en diploma’s en bereidt de beslissingen voor van - de academische erkenning van buitenlandse hogeronderwijsdiploma’s; - de professionele erkenning van Europese onderwijsberoepen; - de niveaubepalingen.
De Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO) treedt op als koepel- en belangenorganisatie van Nederlandse particuliere onderwijsinstellingen.
De Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk Onderzoek (NWO) bevordert de kwaliteit en vernieuwing van wetenschappelijk onderzoek en stimuleert nieuwe ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek; voert haar taak uit in het bijzonder door het toewijzen van middelen; bevordert de overdracht van kennis van de resultaten van door haar geïnitieerd en gestimuleerd onderzoek ten behoeve van de maatschappij; richt zich bij het uitvoeren van haar taak in hoofdzaak op het universitaire onderzoek. Daarbij let zij op het aspect van coördinatie en bevordert deze waar nodig.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
De transformatie van traditionele opleidingen naar opleidingen binnen de bachelor-masterstructuur, op advies van de Erkenningscommissie. De lijst van de bachelor- en de masteropleidingen in het hoger onderwijs in Vlaanderen is op 13 februari 2004 vastgelegd door de Vlaamse regering.
Adviescollege van de regering, beide kamers der Staten-Generaal en van de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
De Nederlandse en Vlaamse overheid hebben bij het invoeren van de bachelor-masterstructuur en het accreditatiestelsel de bestaande hogeronderwijsopleidingen van rechtswege geaccrediteerd. De overgangsaccreditatie is in Nederland in 2010 vervallen. In Vlaanderen gebeurt dit aan het einde van het academiejaar 2012-2013.
Getuigschriften uitgereikt door hogescholen en universiteiten na de succesvolle voltooiing van opleidingstrajecten met een studieomvang van ten minste 20 studiepunten. Het gaat om opleidingstrajecten die in het kader van de verdere professionele vorming een verbreding of verdieping beogen van de competenties verworven bij de voltooiing van een bachelor- of masteropleiding.
Postinitiële masteropleidingen [na-ervaringsonderwijs] bouwen voort op een eerder behaalde initiële kwalificatie en zijn vooral gericht op het verdiepen van de beroepsvaardigheden en -kennis bij studenten die werkzaam zijn (geweest). Deze masteropleidingen worden niet bekostigd en hiervoor is geen studiefinanciering te verkrijgen. Accreditatie van postinitiële opleidingen is niet wettelijk verplicht, in tegenstelling tot accreditatie van initiële opleidingen. Echter, alleen geaccrediteerde postinitiële opleidingen hebben het recht om wettelijke (in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) mastergraden te verlenen.
Professioneel gerichte bacheloropleidingen beogen de studenten te brengen tot een niveau van algemene en specifieke kennis en competenties die nodig zijn voor de zelfstandige uitoefening van een beroep of groep van beroepen.
De beschrijving van de formele en materiële wijze waarop een visitatie door een visitatiecommissie dient te verlopen.
De Raad van State adviseert regering en parlement over wetgeving en bestuur (afdeling wetgeving). Daarnaast is de Raad van State de hoogste algemene bestuursrechter (Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, ABRvS).
Een administratief rechtscollege, opgericht bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, dat uitspraak doet over de beroepen die door studenten worden ingesteld tegen studievoortgangsbeslissingen, na uitputting van het intern beroep tegen dergelijkebeslissingen.
Door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen erkende Nederlandse particuliere organisaties (rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid) die geaccrediteerde opleidingen kunnen aanbieden en wettelijk erkende bachelor- en mastergraden kunnen afgeven.
Een door de Vlaamse regering aangeduide opdrachthouder, belast met het uitoefenen vanhet toezicht op één of meerdere universiteiten, en, desgevallend, het universitair ziekenhuisverbonden aan een universiteit. Een regeringscommissaris kan ook belast worden met het toezicht op een associatie.
Een programma dat kan worden opgelegd aan een student die zich wil inschrijven voor een wetenschappelijke masteropleiding op grond van een in het professioneel/hbo-onderwijs uitgereikt bachelordiploma. Het programma beoogt het bijbrengen van enige algemene wetenschappelijke competenties en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis.
Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen.
Het advies- en overlegorgaan van de Vlaamse sociale partners. De SERV adviseert het Vlaams Parlement, de Vlaamse regering of een lid van de Vlaamse regering over alle belangrijke sociale en economische aangelegenheden. De SERV formuleert eveneens op eigen initiatief aanbevelingen en standpunten. Daarnaast verricht de SERV ook studiewerk.
Universiteiten en hogescholen kunnen een nieuwe opleiding starten wanneer deze door de NVAO is geaccrediteerd en door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Onderwijs doelmatig wordt gevonden. Soms is de nieuwe opleiding een variant op of specialisatie van een bestaande geaccrediteerde afstudeerrichting. Dit zijn volledige opleidingen, waarbij de inhoud echter voor een groot gedeelte gelijk is aan die van de "hoofdrichting". Wanneer de nieuwe afstudeervariant weinig afwijkt van de "hoofdrichting", behoeft deze niet tussentijds te worden geaccrediteerd. Accreditatie moet wel plaatsvinden wanneer de afstudeervariant niet het karakter heeft behouden van de "hoofdrichting": er is dan sprake van een nieuwe opleiding. De NVAO beoordeelt tijdens iedere accreditatie-procedure of de "hoofdrichting" en de op dat moment bekend zijnde afstudeervarianten kwalitatief aan de maat zijn. Studenten die een afstudeervariant volgen, krijgen de bachelor- of mastergraad van de "hoofdrichting", met de aantekening op het diploma dat de desbetreffende afstudeervariant/specialisatie is gevolgd. Instellingen dienen in hun communicatie over afstudeervarianten of specialisaties duidelijk te vermelden onder welke geaccrediteerde "hoofdrichting" de opleiding valt en welke graad de student krijgt na het succesvol afronden van de studie.
De toevoeging van de woorden "of science" of "of arts" aan een graad.
Publicatieblad voor alle wetten en AMvB’s. Zonder publicatie in het Staatsblad (Stb.) kunnen wetten en AMvB’s niet in werking treden.
Staatscourant (Stcrt): dagblad waarin officiële mededelingen van de overheid en door de wet voorgeschreven publicaties worden opgenomen.
De door de instelling op te stellen notitie die antwoord geeft op de vraag of twee jaar na het visitatierapport voldoende verbetering is opgetreden ten aanzien van een eerder geconstateerde Ernstige Tekortkoming of de noodzaak tot Substantiële Verbetering.
Het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen.
Een raad bestaande uit verkozen studenten, die georganiseerd moet worden bij elke associatie, universiteit en hogeschool. Deze studentenraad kan opgericht worden volgens het model met medebestuur of volgens het participatief model. In het model met medebestuur heeft de studentenraad adviesrecht en bestaat het bestuur van de associatie, universiteit of hogeschool voor 10 procent uit stemgerechtigde studenten. In het participatief model zit ook beraadslaging en raadpleging bij de bevoegdheden van de studentenraad en zit er in het bestuur ten minste één student met raadgevende stem.
Eén van de categorieën van inhoudelijk verwante opleidingen vermeld in de artikelen 23 en 24 van het Structuurdecreet waarin opleidingen zijn samengebracht.
Het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende jaar.
Het aantal studiepunten toegekend aan een opleidingsonderdeel of aan een opleiding. Zie ook "ECTS".
Bij de start van het bachelor-masterstelsel in 2002 is het studiepuntensysteem European Credit Transfer System (ECTS) ingevoerd. De studielast van iedere opleiding en iedere onderwijseenheid wordt door het instellingsbestuur uitgedrukt in studiepunten (EC's). In dit systeem kent een studiejaar 60 EC's (= 1680 studie-uren).
Dit begrip wordt gebruikt in de context van “Noodzaak tot Substantiële Verbetering”. De term is door de NVAO geïntroduceerd om aan te geven dat blijkens een visitatierapport een instelling een meer dan gemiddelde inspanning moet leveren om de kritiekpunten op een opleiding van de kant van de visitatiecommissie op te heffen. Het begrip is in eerste instantie een positieve formulering van het begrip Ernstige Tekortkoming, maar in de praktijk is het begrip ruimer dan dat. Niet alleen gaat het om punten die volgens de bestuurlijke regeling van 1998 aanleiding gaven tot het label Ernstige Tekortkoming, ook punten die in het licht van toekomstige accreditatie een zeker risico inhouden vallen hieronder. Bij dit laatste valt onder andere te denken aan kritiekpunten van de visitatiecommissie op het vlak van rendement, personeel, organisatie en kwaliteitszorg.
Het hoger onderwijs zoals aangeboden door hogescholen en universiteiten.
De door de Vlaamse regering verleende machtiging om een opleiding waarover eennegatief accreditatiebesluit is geveld tijdelijk verder te organiseren. De machtiging wordt verleend op grond van een bij de regering ingediend verbeterplan. Van rechtswege: de ambtshalve machtiging om een opleiding waarover een negatief accreditatiebesluit is geveld tijdelijk verder te organiseren. De machtiging vloeit voort uit het feit dat tegen het accreditatiebesluit een beroep bij de Vlaamse regering is ingesteld c.q. het feit dat tegen het accreditatiebesluit of de nietvernietiging van het accreditatiebesluit (door de Vlaamse regering) een jurisdictioneel beroep is ingesteld.
De toets nieuwe opleiding (tno) is het keurmerk dat tot uitdrukking brengt dat de kwaliteit van een voorgenomen opleiding door het accreditatieorgaan positief is beoordeeld. Na een positieve beoordeling kan de instelling in Nederland de nieuwe opleiding laten registreren in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs en in Vlaanderen laten erkennen door de Vlaamse regering.
De toets nieuwe opleiding (tno) is het keurmerk dat tot uitdrukking brengt dat de kwaliteit van een voorgenomen opleiding door het accreditatieorgaan positief is beoordeeld.
Publicatieblad voor verdragen.
Tak van de wetenschap waarover het zelfstandig academisch personeel van een universiteit onderwijs verstrekt, wetenschappelijk onderzoek verricht of wetenschappelijke dienstverlening verleent.
Een instantie belast met het uitreiken van bewijzen van bekwaamheid en het doorvoeren van het daaraan voorafgaande bekwaamheidsonderzoek. Als validerende instantie kunnen optreden het bestuur van een associatie of een verzelfstandigd orgaan onder het gezag of het toezicht van één of meer associatiebesturen.
Een opleiding kan in verschillende vormen worden aangeboden: voltijd, deeltijd en duaal. In het kader van accreditatie gelden de verschillende opleidingsvormen als één opleiding. Er is dus één accreditatiebesluit. De NVAO heeft in de kaders bepaald, dat zij voor iedere opleidingsvorm afzonderlijk de basiskwaliteit gewaarborgd wil zien. Daarom wordt aan de gehele opleiding accreditatie onthouden wanneer één van de varianten niet aan de basiskwaliteit voldoet. Accreditatie wordt verleend als de instelling beslist dat de afgekeurde variant wordt beëindigd of alleen wordt aangeboden nadat is vastgesteld dat deze ook de vereiste basiskwaliteit heeft verworven. Hogeronderwijsinstellingen kunnen zonder toets vooraf de deeltijd- en duale varianten van een geaccrediteerde (voltijd)opleiding laten registreren. Het oorspronkelijke voltijdse programma kan ook - binnen zekere grenzen - worden aangepast zonder toetsing. E.e.a. wordt getoetst bij de volgende accreditatie.
Een gedetailleerd verbeterplan dat gevoegd wordt bij een aanvraag tot tijdelijke erkenning na een negatief accreditatiebesluit. Met het plan geeft het instellingsbestuur aan hoe het de kwaliteit en het niveau van de opleiding wil verbeteren.
Het Verdrag tussen de Vlaamse Gemeenschap van België en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de accreditatie van opleidingen binnen het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs, ondertekend te Den Haag op 3 september 2003.
De Vereniging Hogescholen treedt op als koepel- en belangenorganisatie van Nederlandse hogescholen (destijds: HBO-raad).
Een door een evaluatieorgaan samengesteld onafhankelijk panel van externe deskundigen, dat een opleiding visiteert op basis van het door het accreditatieorgaan opgestelde kader en relevante protocollen.
De Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) is het officieel overleg- en adviesorgaan van de hogescholen. De VLHORA functioneert binnen het accreditatiestelsel als evaluatieorgaan. De VLHORA gaat in 2012-2013 met de VLIR op in de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR).
De Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) is een autonoom overlegorgaan voor Vlaamse universiteiten. De VLIR functioneert binnen het accreditatiestelsel als evaluatieorgaan. De VLIR gaat in 2012-2013 met de VLHORA op in de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR).
De Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) is een Vlaamse openbare instelling. Hij kan advies geven, overleg plegen of onderzoek doen over alle onderwijsmateries waarvoor de Vlaamse gemeenschap bevoegd is. De VLOR kent een Raad Hoger Onderwijs. De Vlaamse minister van onderwijs en de Vlaamse regering zijn verplicht de VLOR om advies te vragen over alle voorontwerpen van decreet en beleidsbrieven over onderwijs. De VLOR kan op eigen initiatief adviezen formuleren en studiewerk (laten) uitvoeren. Tot slot heeft de VLOR de opdracht een forum te zijn voor overleg tussen de verschillende partners die betrokken zijn bij het onderwijs.
De Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR) is een samenvoeging van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA). De samenvoeging is in 2012-2013 afgerond. De VLUHR functioneert binnen het accreditatiestelsel als evaluatieorgaan.
Vlaams Evaluatieorgaan.
Een programma dat kan worden opgelegd aan een student die niet in het bezit is van een diploma dat op rechtstreekse wijze toelating verleent tot de opleiding waarvoor hij of zij zich wil inschrijven.
Aanvullende en gespecialiseerde opleidingen die na de start van de bachelor-masterstructuur zijn omgevormd tot bachelor- en masteropleidingen en in Vlaanderen ook tot bachelor-na-bachelor- en master-na-masteropleidingen
De ontheffing van een opleidingsonderdeel uit een opleidingsprogramma waarover geen examen meer moet worden afgelegd op grond van een eerder met goed gevolg afgelegd examen, op grond van elders verworden competenties of van eerder verworven kwalificaties. De studieomvang van de verleende vrijstellingen wordt wel meegerekend voor het bepalen van de studieduur van de opleiding, behoudens andere voorschriften inzake de studieomvang.
De Vereniging van Universiteiten (VSNU) treedt op als koepel- en belangenorganisatie van Nederlandse universiteiten.
De Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS), studentenorganisatie.
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).
Wet Normering topfunctionarissen publieke en semipublieke sector.
Zelfstandig bestuursorgaan