Onderzoeksmasters (research masters) zijn wo-masteropleidingen die studenten voorbereiden op het doen van onderzoek in een promotietraject of een andere onderzoeksgerelateerde functie. Voor deze opleidingen gelden, naast het regulier accreditatiekader, aanvullende eisen. Het zijn opleidingen van 120 EC waarvoor instellingen studenten mogen selecteren.
Onderzoeksmasters (research masters) zijn wo-masteropleidingen die studenten voorbereiden op het doen van onderzoek in een promotietraject of een andere onderzoeksgerelateerde functie. De onderzoeksgerichtheid van de opleidingen kan op verschillende manieren zijn vormgegeven. Het kunnen opleidingen met een focus op een specifiek onderzoeksthema zijn, of opleidingen waarin een breed onderzoeksdomein centraal staat.
Instellingen mogen voor onderzoeksmasters studenten selecteren. De opleidingen hebben een wettelijke studieduur van 120 EC, op grond van artikel 7.4a, vijfde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). De opleidingen zijn herkenbaar aan de naam, waarbij 'research' achter de aanduiding van het vakgebied staat.
Naast het reguliere accreditatiekader geldt voor onderzoeksmasters een aantal extra criteria. Deze hebben betrekking op het onderzoeksgerichte karakter van de opleiding en de onderzoekscontext waarbinnen de master wordt aangeboden. Bij de beoordeling van onderzoeksmasters in een visitatie hanteert het panel de Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters van 30 mei 2016. In het rapport komen de criteria expliciet aan bod.
Bij de toets nieuwe opleiding van een onderzoeksmaster worden de aanvullende criteria ook meegewogen. Na het verkrijgen van een accreditatie nieuwe opleiding van de NVAO dient de instelling nog wel bij de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap toestemming te vragen voor de verlengde wettelijke studieduur.
De accreditatie van een onderzoeksmaster heeft dezelfde (onbeperkte) termijn als die van andere masteropleidingen. Elke zes jaar dient de opleiding te worden beoordeeld.
De NVAO behandelt het visitatierapport van een bestaande onderzoeksmaster binnen drie maanden. Aanvragen voor de toets nieuwe opleiding van een onderzoeksmaster worden binnen zes maanden afgehandeld. Op besluiten van de NVAO gelden de procedures voor bezwaar en beroep.
In 2024 bedraagt het tarief van de NVAO voor het beoordelen van een bestaande onderzoeksmaster 1.000 euro en voor een nieuwe onderzoeksmaster 23.000 euro.
Bij overige/afwijkende procedures gelden andere tarieven. De kosten voor buitenlandse bezoeken of het inzetten van externe deskundigen, advisering of aanvullende eisen worden aanvullend gefactureerd. Er geldt een resttarief indien de aanvraag voor een nieuw programma wordt ingetrokken.
Binnen de huidige wetgeving (artikel 7.4a, vijfde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) gaat het om wo-masteropleidingen.
Nee, alleen opleidingen waarvan de NVAO heeft vastgesteld dat ze aan de eisen van onderzoeksmasters voldoen, kunnen zich ‘onderzoekmaster’ noemen. In CROHO staat achter de naam van de opleiding ‘(research)’ vermeld. Opleidingen die om andere redenen een wettelijke studieduur van 120 EC hebben, zijn niet automatisch onderzoeksmasters.
Sinds 3 december 2024 moeten aanvragen (digitaal) ingestuurd worden via LEO ho. Het is van belang om de volgende documenten mee te sturen:
Let op: zorg ervoor dat de bestandsnamen kort en begrijpelijk zijn, langere bestandsnamen van documenten vertragen de registratie van de aanvraag.
Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) heeft in samenwerking met het hoger onderwijsveld een nieuwe digitale omgeving ontwikkeld voor het erkennen, wijzigen en beëindigen van opleidingen. Deze digitale omgeving, genaamd LEO ho, is sinds 3 december 2024 beschikbaar. LEO ho wordt onder andere gebruikt voor diverse NVAO-procedures die voorheen via de website van de NVAO werden aangevraagd.
Lees meer
Met ingang van 1 april 2024 gaat de NVAO het nieuwe accreditatiekader (kader) hanteren. Dit kader bevat de standaarden en beslisregels voor de beoordeling en accreditatie van nieuwe en bestaande opleidingen in het hoger onderwijs, de instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) en de verzwaarde toets nieuwe opleiding. Die laatste beoordeling maakt deel uit van de procedure waarmee organisaties erkenning kunnen aanvragen als rechtspersoon voor hoger onderwijs. Het kader bevat ook de criteria voor het bijzonder kenmerk kleinschalig en intensief onderwijs en de regels voor de indeling van opleidingen in het visitatierooster.
Lees meer
Het is mogelijk om bezwaar/beroep in te dienen tegen een besluit van de NVAO. Enkel belanghebbenden kunnen dit proces starten.