Enkele honderden deeltijdse en duale opleidingen van ruim twintig hogescholen nemen deel aan het experiment leeruitkomsten. Binnen dit experiment hebben opleidingen meer ruimte om het onderwijs flexibeler in te richten, aansluitend bij de behoeften van studenten. Gedurende de looptijd van het experiment worden opleidingen eenmaal beoordeeld aan de hand van een door de NVAO opgesteld protocol.
Aanmelden voor het experiment leeruitkomsten is niet meer mogelijk.
Binnen het experiment leeruitkomsten mogen deeltijdse en duale opleidingen een samenhangend geheel van vastgelegde onderwijseenheden als bedoeld in de WHW loslaten. In plaats daarvan leggen ze een samenhangend geheel van eenheden van leeruitkomsten vast, waar mogelijk verbonden aan concrete beroepstaken. Centraal staat wat afgestudeerden moeten kennen en kunnen, niet om waar, hoe en in hoeveel tijd zij dat leren: een outputgerichte benadering. Dit biedt werkende studenten de mogelijkheid om kennis en ervaring vanuit de werkplek in te brengen in de opleiding. Toetsvormen liggen niet vooraf vast en zijn leerwegonafhankelijk. Studenten worden gestimuleerd leeruitkomsten aan te tonen via beroepsproducten uit de praktijk. Via validering kunnen studenten de opleiding versneld doorlopen: door vrijstellingen en/of eerdere toetsing. Student, opleiding en (indien van toepassing) praktijkorganisatie leggen individuele afspraken over hoe de leeruitkomsten behaald worden (bijvoorbeeld via ‘klassiek’ onderwijs, werkplekleren of online leren) vast in een onderwijsovereenkomst. Hierin staan o.a. de leeractiviteiten, de aard en frequentie van begeleiding en wijze van toetsing.
Het experiment loopt tot en met 30 juni 2022. Enkele honderden opleidingen van ruim twintig (bekostigde en niet-bekostigde) hogescholen nemen deel aan het experiment; de eerste opleidingen startten in september 2016 met de flexibele variant. Aanmelden voor het experiment leeruitkomsten is niet meer mogelijk. De NVAO, de Inspectie van het Onderwijs en het ministerie van OCW participeren actief in het experiment met het oog op toekomstige ontwikkelingen in het hoger onderwijs.
Deelnemende instellingen laten hun opleidingen gedurende de looptijd van het experiment eenmaal beoordelen door een panel van onafhankelijke deskundigen. Het panel hanteert hiervoor het ‘Protocol Beoordeling bestaande experimenten leeruitkomsten’ van de NVAO.
In geval van een beoordeling gelijktijdig met de reguliere accreditatiebeoordeling hanteert de NVAO het reguliere tarief voor behandeling van een opleidingsbeoordeling. In geval van een aanvullende beoordeling, niet gelijktijdig met de reguliere accreditatiebeoordeling, factureert de NVAO geen kosten.
Met ingang van 1 april 2024 gaat de NVAO het nieuwe accreditatiekader (kader) hanteren. Dit kader bevat de standaarden en beslisregels voor de beoordeling en accreditatie van nieuwe en bestaande opleidingen in het hoger onderwijs, de instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) en de verzwaarde toets nieuwe opleiding. Die laatste beoordeling maakt deel uit van de procedure waarmee organisaties erkenning kunnen aanvragen als rechtspersoon voor hoger onderwijs. Het kader bevat ook de criteria voor het bijzonder kenmerk kleinschalig en intensief onderwijs en de regels voor de indeling van opleidingen in het visitatierooster.
Lees meer
Het is mogelijk om bezwaar/beroep in te dienen tegen een besluit van de NVAO. Enkel belanghebbenden kunnen dit proces starten.