NVAO beoordeelt (opnieuw) hoger onderwijs in Luxemburg08/07/2020
De Vlaamse tak van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) beoordeelde begin dit jaar de Luxemburgse LUNEX University en vier van haar opleidingen. De beoordelingsrapporten werden nu overgemaakt aan het Luxemburgse ministerie van Hoger Onderwijs en Onderzoek dat op basis daarvan een accreditatiebesluit neemt. Het is niet voor het eerst dat Luxemburg de NVAO rekruteert voor de beoordeling van de onderwijskwaliteit van zijn hoger onderwijs.
NVAO heeft aanzienlijke expertise in internationale kwaliteitszorg en staat mee aan de wieg van een Europees beoordelingskader voor joint programmes, de wederzijdse erkenning van opleidingen en diploma’s en de verspreiding van goede praktijken. Ook in de eigen regio blijft de accreditatieorganisatie voortdurend inspelen op nieuwe ontwikkelingen en vragen vanuit het onderwijsveld.
Die vooruitstrevende positie blijft niet onopgemerkt voor andere landen en regio’s. In dat kader heeft de Luxemburgse overheid recent de NVAO gerekruteerd om de LUNEX University als instelling en vier bestaande opleidingen in de domeinen ‘physiotherapy’, ‘sports and exercise science’ en ‘sport management’ te beoordelen. De beoordeling werd uitgevoerd door een onafhankelijk NVAO-panel van onderwijs-, kwaliteitszorg- en werkvelddeskundigen op basis van een kader dat zowel de Luxemburgse wettelijke criteria als de Vlaamse beoordelingsstandaarden voor instellingen en opleidingen combineert.
Het Groothertogdom Luxemburg heeft zelf geen accreditatieorganisatie en doet daarom voor onafhankelijke beoordelingen van zijn hoger onderwijs beroep op buitenlandse organisaties, niet voor het eerst op de NVAO. De beoordelingen monden uit in adviesrapporten van de NVAO aan het Luxemburgse ministerie dat op basis daarvan accreditatiebesluiten neemt.
Axel Aerden, directeur Vlaanderen: “Onze beoordelingsactiviteiten in Luxemburg passen in onze internationale strategie om hoger onderwijs en de samenwerking op vlak van kwaliteitszorg in de Benelux te versterken en wordt ondersteund door onze eerdere ervaringen in Luxemburg en in de Benelux als geheel.”