Veelbelovende start van de Vlaamse graduaatsopleidingen10/09/2019

Er is vertrouwen in de nieuwe graduaatsopleidingen in Vlaanderen, zo blijkt uit een rapport van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Het gaat om opleidingen die voorheen in het volwassenenonderwijs gevolgd werden en vanaf dit academiejaar nieuw als graduaatsopleiding in het hoger onderwijs aangeboden worden. Hogescholen die zo’n nieuwe opleiding willen inrichten moeten eerst groen licht krijgen van de NVAO. Afgelopen jaar beoordeelde de NVAO meer dan honderd aanvragen. Op basis daarvan komt ze nu met enkele instellingsoverschrijdende inzichten en aanbevelingen.

Heel wat studenten nemen dit academiejaar plaats op de collegebanken van een van de vele nieuwe graduaatsopleidingen in Vlaanderen. Met de graduaatsopleiding behaal je op twee jaar tijd een diploma hoger onderwijs. De opleiding is zeer praktijkgericht waarbij leren op de werkvloer minstens een derde van de studieomvang vormt. In opdracht van de NVAO beoordeelden onafhankelijke en externe commissies van deskundigen het afgelopen jaar heel wat aanvragen voor nieuwe graduaatsopleidingen, waarvan 102 opleidingen tot nog toe groen licht kregen.  

Vertrouwen in kwaliteit 

Uit de beoordelingen blijkt vertrouwen in de potentiële kwaliteit van de graduaatsopleidingen. De betrokken hogescholen en Centra voor Volwassenenonderwijs hebben op korte tijd veel werk verzet om de voormalige HBO5-opleidingen om te vormen tot graduaatsopleidingen. Ze schenken bijzondere aandacht aan de specificiteit van het graduaatsniveau. De nieuwe graduaatsopleidingen zetten onder meer in op flexibiliteit en stellen de student meer nog dan in andere opleidingen centraal. Op die manier trekken de graduaatsopleidingen nieuwe doelgroepen aan in het hoger onderwijs. Hoewel 102 opleidingen de toets doorstaan en er heel wat goede praktijken aan bod komen zijn er ook aanbevelingen: 

Werkplekleren blijkt grootste uitdaging 

Studenten moeten minstens één derde van hun opleiding leren op een werkplek, d.w.z. in een bedrijf of organisatie. Ondanks dat hogescholen veelal sterke modellen en mooie concepten voor werkplekleren vooropstellen, blijft de vraag hoe de concretisering van dat werkplekleren er dan werkelijk zou uitzien en wat dit dan zal betekenen op de werkvloer of in de klaspraktijk. Daarbij gaat het om vraagstukken als: hoe onderscheid je leren op de werkplek voldoende van een stage; hoe kan je kwaliteitsvolle werkplekken selecteren; hoe verschillend vul je het leren op een werkplek in voor een generatiestudent en een zij-instromer; hoe expliciteer je duidelijke verwachtingen naar studenten én werkplekken toe; hoe begeleid je werkplekmentoren zodat zij hun taak kunnen waarmaken? Aanbevelingen vanuit de commissies gaan daarom voornamelijk over de concrete uitwerking van werkplekleren. Zowel de overheid, de hogescholen als het werkveld hebben hier een eigen verantwoordelijkheid in op te nemen.  

Zij-instromers voldoende flexibiliteit bieden

Zij-instromers combineren hun studie met een gezins- en/of werksituatie en brengen hierdoor relevante ervaring mee naar hun opleiding. Dat vraagt een specifiek aanbod. Nog te vaak werken graduaatsopleidingen eerst een programma uit voor een reguliere student om pas later in te zetten op een flexibel aanbod voor zij-instromers. Waar een avond- of weekendtraject aangeboden wordt zit dit vaak nog te dicht bij het traject van een voltijdse student. Opleidingen kunnen in de toekomst meer aandacht hebben voor innovatie bij het ontwikkelen van het onderwijsaanbod voor zij-instromers. Enkel zo verliezen de hogescholen de oorspronkelijke doelgroep van het volwassenenonderwijs niet uit het oog.

Hou het doel van de hervorming scherp

Graduaatsopleidingen zijn zeer praktijkgericht en richten zich op een specifieke doelgroep. Hogescholen hebben in aanzet veel aandacht voor die eigenheid, maar de uitwerking van opleidingen en programma’s toont soms nog te veel een afspiegeling van de beginfase van de bacheloropleiding. Er is met andere woorden nog werk om deze nieuwe opleidingen ten volle met een eigen identiteit en het nodige maatschappelijk aanzien op de onderwijskaart te zetten. Commissies waarschuwen voor een bachelor-light en vragen om in de verdere uitwerking steeds het doel scherp voor ogen te blijven houden.


Ruimte om te groeien

Met deze kwaliteitstoetsing stopt het verhaal van de wording van de graduaatsopleidingen niet. In de periode 2024-2027 zal de NVAO de graduaatsopleidingen opnieuw beoordelen, ditmaal op de gerealiseerde kwaliteit. Daarbij zal de NVAO bijzondere aandacht besteden aan de elementen uit het overzichtsrapport en de eigen inzichten.

Gerelateerde publicaties

shutterstock_1175326678

Overzichtsrapportage graduaatsopleidingen in Vlaanderen

september 2019
Lees meer