Start van het nieuwe Vlaamse Kwaliteitszorgstelsel18/09/2019
Tijdens een druk bijgewoond lanceringsevent in Brussel werd het startschot gegeven voor het nieuw Kwaliteitszorgstelsel voor het hoger onderwijs in Vlaanderen.
Het Vlaams hoger onderwijs krijgt meer verantwoordelijkheid in het verzekeren van de kwaliteit van hun eigen opleidingen. Bijzonder is dat vanaf 1 september hogescholen en universiteiten om de 6 jaar een instellingsbrede review doorlopen. Wie slaagt hoeft niet langer elke opleiding apart te laten beoordelen door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Het stelsel kwam tot stand door intensief overleg tussen de NVAO, de Vlaamse overheid, hogescholen, universiteiten en studenten.
Het nieuwe Kwaliteitszorgstelsel 2019-2025 omvat alle instrumenten om toe te zien op de kwaliteit van het hoger onderwijs in Vlaanderen. Grootste vernieuwing is dat hogescholen en universiteiten een systeem moeten ontwikkelen om de kwaliteit van hun opleidingen zelf te verzekeren en zich hierover publiek te verantwoorden. Het Vlaams hoger onderwijs krijgt zo meer eigenaarschap.
“Maar dat is geen carte blanche”, verduidelijkt Axel Aerden, directeur Vlaanderen. “Om deze kwaliteit te waarborgen doen de instellingen beroep op een mix van interne en externe deskundigen. Die deskundigen zijn met name werkvelddeskundigen en onderwijsdeskundigen. Instellingen kunnen zelf bepalen hoe die betrokkenheid wordt vormgegeven, maar ze kunnen niet zeggen dat het zonder kan. Die externe betrokkenheid is essentieel.”
Als de instelling zelf de kwaliteit van haar opleidingen waarborgt, moet het bovendien zelf informatie over de kwaliteit van die opleidingen op de eigen website publiceren. Die informatie moet voor elke opleiding heel toegankelijk en concreet de sterke punten en de aandachtspunten omvatten. Hoe een instelling dit alles realiseert wordt door de NVAO om de 6 jaar beoordeeld tijdens een instellingsreview. Die analyseert de universiteit of hogeschool in zijn geheel. Enerzijds hoe ze zelf aan de kwaliteit van hun opleidingen werken en anderzijds de implementatie, opvolging en bijsturing van hun onderwijsbeleid. Zowel de betrokkenheid van externen als het publiceren van de publieke informatie zullen door de commissies in het bijzonder worden beoordeeld.
Wie slaagt hoeft dan niet langer elke opleiding apart te laten beoordelen door de NVAO. Wie een waarschuwing krijgt, wordt na 3 jaar opnieuw beoordeeld. Een negatieve instellingereview? Dan zal de NVAO elke opleiding opnieuw apart beoordelen.
Axel Aerden: “Hogescholen en universiteiten worden nu écht eigenaar van hun kwaliteitsborging. Dan voelt werken aan de kwaliteit van opleidingen niet langer als een apart proces of een last, maar als een evident deel van eenieders werk. De verantwoordelijkheid daarvoor mag niet worden uitbesteed. Daartoe hebben we expliciete vereisten opgenomen in het kwaliteitszorgstelsel.”