Commissieleden Vlaanderen - Rolbeschrijvingen
Elke commissie omvat een combinatie van specifieke deskundigheden. Dit zijn de deskundigheden die nodig zijn om een gezaghebbende beoordeling uit te voeren. Het gaat om vakdeskundigheid, internationale deskundigheid, werkvelddeskundigheid, onderwijsdeskundigheid, visitatie- of auditdeskundigheid en studentgebonden deskundigheid. Er is niet één commissielid per deskundigheid; elk commissielid kan verschillende deskundigheden inbrengen.
Rol van de commissie
De commissie moet gezaghebbend zijn en combineert daartoe vak-, onderwijs-, evaluatie-, werkveld-, student- en internationale deskundigheid. Commissieleden zijn nog actief in hun deskundigheid (niet noodzakelijk in dienstverband) op het moment dat de commissie wordt aangesteld.
Een commissie telt minimaal vier leden, waaronder een student, en wordt bijgestaan door een procescoördinator van de NVAO en een externe secretaris. Deze laatsten maken geen deel uit van de commissie. Om een objectieve en eerlijke beoordeling mogelijk te maken, moet de commissie onafhankelijk van de opleiding kunnen werken. Dit betekent dat de leden in de vijf jaren voorafgaand aan de aanstelling van de commissie geen relaties of banden hebben met de instelling die de opleiding aanbiedt. Alle commissieleden, de secretaris en de procescoördinator ondertekenen een deontologische code.
Specifieke rollen
Rol van de voorzitter
De voorzitter zit de commissie voor en is daarnaast ook commissielid. Tijdens de procedure, leidt de voorzitter de vergaderingen van de commissie en de gesprekken tijdens het locatiebezoek aan een opleiding of instelling. Hij bereidt de vergadering voor samen met de procescoördinator. De voorzitter beslist als de stemmen staken en fiatteert de eindversie van het beoordelingsrapport.
Rol van het commissielid
Het commissielid maakt vanuit de eigen deskundigheid of combinatie van deskundigheden deel uit van de commissie. Commissieleden zijn nog actief in hun deskundigheid (niet noodzakelijk in dienstverband) op het ogenblik dat de commissie wordt aangesteld.
Rol van de procescoördinator
Een beleidsmedewerker van de NVAO vervult de rol van procescoördinator. De procescoördinator is verantwoordelijk voor de volledige beoordelingsprocedure. Hij bewaakt de inhoudelijke voortgang van het beoordelingsproces. De procescoördinator draagt ook zorg voor de organisatie en de communicatie en is het eerste aanspreekpunt, zowel voor de commissieleden als voor de instelling. De procescoördinator is geen lid van de visitatiecommissie en heeft geen stem bij de besluitvorming over de aanvraag.
Rol van de secretaris
De secretaris ondersteunt de beoordelingscommissie van de NVAO en schrijft het beoordelingsrapport. De secretaris is geen lid van de commissie en heeft geen stem bij de besluitvorming. Hij stelt zich neutraal en onafhankelijk op tijdens zowel het interne beraad van de commissie als de dialoog met de opleiding of instelling.
Het is cruciaal dat de secretaris een goed begrip heeft van het Vlaamse kwaliteitszorgstelsel en de specificiteit van de verschillende beoordelingsprocedures.
Hij hanteert een heldere schrijfstijl en volgt de principes van NVAO’s Waarderende Aanpak.
Voorafgaand aan de dialoog met de opleiding of instelling brengt de secretaris de eerste inzichten van de individuele commissieleden samen en maakt een overzicht van hun vragen. Tijdens de gesprekken maakt de secretaris een verslag op van de inbreng van de opleiding of instelling, alsook van de overwegingen die de commissie daarbij heeft. De secretaris schrijft het beoordelingsrapport op basis daarvan en betrekt hierbij de voorzitter en de procescoördinator. Dat legt hij daaropvolgend voor aan de voltallige commissie. Bij het schrijven van het beoordelingsrapport zorgt de secretaris voor een inzichtelijke neerslag van het onderzoek en het holistische oordeel van de commissie. Hierbij volgt de secretaris de aanwijzingen van de NVAO. Een sjabloon met bijkomende instructies wordt hiervoor beschikbaar gesteld. Doorheen de tekst van het beoordelingsrapport besteedt de secretaris steeds de nodige aandacht aan de navolgbaarheid van het advies van de commissie. De tekst van de rapportage is gericht aan de betrokken opleiding of instelling. Daarnaast voegt de secretaris een abstract voor het brede publiek toe aan het beoordelingsrapport.
Deskundigheden van de commissie
Internationale deskundigheid is in de commissie vertegenwoordigd om de commissie in staat te stellen om na te gaan of de opleiding qua inhoud, oriëntatie en niveau voldoet aan wat internationaal gangbaar is en, voor zover van toepassing, beantwoordt aan de eisen die de internationale beroepspraktijk stelt aan de afgestudeerden. Internationale deskundigheid is minstens aanwezig bij ten minste één commissielid dat werkzaam is buiten Vlaanderen;
Vakdeskundigheid richt zich op de ontwikkelingen in het vakgebied. Een vakdeskundige verzorgt onderwijs of heeft onderwijs verzorgd in een zelfde of verwante opleiding met dezelfde oriëntatie en draagt bij aan de ontwikkeling van de beroepspraktijk, de discipline of het vakgebied;
Onderwijsdeskundigheid refereert aan recente ervaring met het geven of ontwikkelen van onderwijs op het relevante opleidingsniveau en aan deskundigheid ten aanzien van de door de opleiding gehanteerde onderwijs(vormen);
Evaluatiedeskundigheid geeft de commissie de nodige expertise om in te kunnen schatten of de opleiding in staat is om de kwaliteit van het onderwijs te borgen;
De werkvelddeskundige beschikt over een goed overzicht van de eisen die het beroepenveld stelt aan de afgestudeerden;
Studentdeskundigheid laat de commissie toe om na te gaan of de studentgerichtheid en studentenbelangen behartigd worden in aspecten zoals informatievoorziening voor studenten, studentenvoorzieningen, studiebegeleiding en studentenparticipatie. Studentdeskundigen hebben bij voorkeur ervaring als studentenvertegenwoordiger binnen een opleiding of instelling.
Om maximaal te kunnen inspelen op de specifieke context van een opleiding en om het ruimere kader te overzien waarbinnen een opleiding wordt aangeboden, beschikt de commissie over een grondige kennis van het Vlaamse hoger onderwijs.